In de medische praktijk wordt levenseindezorg als onderdeel van palliatieve zorg steeds belangrijker. Artsen in opleiding moeten daarom geschoold worden om passende zorg te bieden aan terminale patiënten. Dat gebeurt in ons land onvoldoende, concluderen Josefien de Bruin en collega’s na bestudering van de Nederlandse nationale blauwdruk voor medisch onderwijs en de curricula aan de acht medische faculteiten.
Zo’n studie naar de aandacht voor levenseindezorg in het universitaire medisch onderwijs was hier, anders dan in een aantal andere landen, nog niet eerder gedaan.
Voor hun onderzoek stelden De Bruin e.a. een checklist op, gebaseerd op internationale standaarden met betrekking tot vijf domeinen die essentieel worden geacht voor onderwijs in levenseindezorg. Vervolgens werden aan de hand van een op die checklist gebaseerde vragenlijst de curricula van de acht faculteiten onderzocht. Het ging daarbij om de verplichte vakken. Studiegidsen werden doorgenomen om ook keuzevakken in het onderzoek te betrekken.
In de Nederlandse blauwdruk voor medisch onderwijs wordt maar mondjesmaat aandacht besteed aan levenseindezorg; deze zorg wordt niet expliciet als een verplicht onderwerp genoemd en niet alle domeinen van kennis en vaardigheden die volgens internationale standaarden essentieel zijn komen aan bod. Voor zover ze beschreven worden gebeurt dat in zeer algemene termen. Een en ander heeft consequenties voor de inrichting van de curricula op faculteitsniveau.
Levenseindezorg is weliswaar onderdeel van de formele curricula, maar geen van de acht faculteiten onderwijst alle aspecten die noodzakelijk worden geacht voor het bieden van goede levenseindezorg. Bovendien wordt levenseindezorg in geen enkel master of bachelor curriculum als een individuele cursus aangeboden. Geen enkele van de faculteiten geeft onderwijs in de vijf domeinen van levenseindezorg en beantwoordt aan internationale criteria.
De Bruin e.a. resumeren: levenseindezorg krijgt onvoldoende aandacht in de nationale blauwdruk en geen enkele medische faculteit heeft deze zorg volledig geïntegreerd als onderdeel van het verplichte curriculum. Om het onderwijs in levenseindezorg te verbeteren bevelen de onderzoekers de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra aan om de vijf domeinen van levenseindezorg op te nemen in de nationale blauwdruk. De medische faculteiten zouden hun curricula tegen het licht moeten houden en een afzonderlijke verplichte cursus in levenseindezorg moeten aanbieden om hun studenten voor te bereiden op hun toekomstige praktijk als arts.
Onderzoek heeft geleerd dat studenten in ’t bijzonder in de preklinische jaren van hun studie onderwijs moeten krijgen in levenseindezorg, omdat deze jaren de belangrijkste zijn voor het ontwikkelen van basale vaardigheden, attitudes en kennis voor de algemene medische praktijk. Bovendien, schrijven De Bruin e.a., conflicteert scholing in levenseindezorg niet met andere onderwijsagenda’s, aangezien de gevraagde vaardigheden nuttig zijn voor elke specialisatie in de gezondheidszorg.
________________________________________________________
De vijf domeinen van levenseindezorg
Domein 1: psychologische, sociologische, culturele en spirituele aspecten. Lijden, verlies, rouw, rituelen en betekenis van het levenseinde.
Domein 2: Communicatie en gesprekstechnieken. Luisteren naar de impact van de ziekte op het leven van de patiënt. Hoop, hulpeloosheid en angst exploreren. Verlies en rouw bespreken. Spirituele overwegingen bespreken. Tijdige zorgplanning bespreken.
Domein 3: Pathofysiologie en behandeling van symptomen. Pijn, benauwdheid, uitdroging, depressie, delier, angst.
Domein 4: Juridische en ethische aspecten. Niet beginnen of stoppen met behandeling en euthanasie. Dilemma’s bij het bestrijden van pijn. Niet in de steek laten van de patiënt.
Domein 5: Zelfreflectie op persoonlijke en professionele ervaringen met dood en verlies. Persoonlijke ervaring met de dood. Levensbeschouwing (hiernamaals?). Doeleinden van geneeskunde. Rol van de arts en andere zorgverleners in de levenseindezorg.
________________________________________________________
Josefien de Bruin et al, End-of-life care in the Dutch medical curricula, Perspect Med Educ, 2018 (https://doi.org/10.1007/s40037-018-0447-4)
Commentaar
Uit onderzoek van De Bruin et al. blijkt dat geen van de geneeskunde opleidingen in Nederland alle domeinen van palliatieve zorg behandelt. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft als enige een keuzeblok, waarin wel deze domeinen worden behandeld. Via een scorelijst, gebaseerd op internationale standaarden, werd geïnventariseerd wat de studenten in de bestaande curricula aangeboden kregen. Tevens werden de verschillende studiegidsen onderzocht. Het behartigenswaardige advies van de onderzoekers is om palliatieve zorg apart als vak aan te bieden zodat de artsen van de toekomst niet alleen kunnen genezen maar ook goed toegerust zijn om palliatieve zorg te geven.
Bregje Thoonsen, huisarts