Mensen helpen en vrijwilligers behoeden: het is een spagaat

Als gevolg van overheidsbeleid is het beroep op vrijwilligers in zorg en welzijn de laatste jaren gegroeid. Tegelijk worden hogere eisen gesteld omdat de taken langduriger en complexer zijn geworden. Vrijwilligersorganisaties voelen zich in een spagaat zitten, zo blijkt uit onderzoek. Aan de ene kant willen ze mensen helpen, aan de andere kant vrijwilligers behoeden voor overbelasting.

Samen met Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) onderzoekt de Universiteit voor Humanistiek hoe vrijwilligersorganisaties in het lokale sociale domein invulling geven aan de nieuwe rol van vrijwilligers. Onlangs verscheen onder de titel ‘Aan de andere kant van de schutting’ een tussenrapport. Het biedt inzicht in de kansen en uitdagingen die bestuurders en coördinatoren zien om in te spelen op de veranderde vraag naar vrijwillige inzet.

Hulpvragen die vroeger door professionals werden opgepakt komen nu bij vrijwilligersorganisaties terecht. Die voelen zich daardoor onder grote druk staan.

Probleem is niet zozeer gebrek aan deskundigheid: in grote meerderheid vinden de ondervraagden de meeste vrijwilligers goed toegerust voor complexere vragen. Eerder is het gebrek aan capaciteit. De vraag naar langdurige inzet staat bovendien haaks op de trend dat vrijwilligers zich minder langdurig willen binden.

Hoewel veel ondervraagde bestuurders en coördinatoren de toegenomen taken te veel en te zwaar vinden, nemen hun organisaties die toch op zich om anderen (hulpbehoevenden, mantelzorgers, zorgprofessionals) te ontlasten. Het toont volgens de onderzoekers de vitaliteit van de sector en de betrokkenheid van vrijwilligers. Maar tegelijk komen de grenzen van vrijwillige inzet in zicht.

De meeste respondenten zeggen meer samen te zijn gaan werken, vooral met sociale wijkteams/buurtteams, andere vrijwilligersorganisaties en thuiszorginstanties.
De onderzoekers verbinden aan hun studie twee ‘indringende’ kwesties:

Nu meer en complexere hulpvragen bij vrijwilligersorganisaties terecht komen is goede afstemming met de formele zorg urgent.

Er moet meer oog zijn voor goede condities. Gemeenten dienen het belang van informele zorg te erkennen en overeenkomstig te faciliteren. Professioneel opererende vrijwilligersorganisaties moeten als gesprekpartner serieus worden genomen.

In het vervolgonderzoek zal het gaan om de uitvoerende vrijwilligers. Hoe ervaren zij het toenemende beroep op hun inzet? Krijgen zij niet het gevoel dat ze op moeten vangen wat er door ‘Den Haag’ over de schutting wordt gegooid?

E. Grootegoed et al (Universiteit voor Humanistiek), Aan de andere kant van de schutting. Inspelen op de toenemende vraag naar vrijwillige inzet in het lokale sociaal domein, tussenrapport december 2017.

Relevant? Zonder donaties kan dit bulletin niet bestaan. Maak € 25 over op rek. IBAN NL 35 INGB 0678 0553 86 t.n.v. Stichting NAPC, Groesbeek. Dank!