Leestip

Geneeskunde is soms genezen, vaak verlichten, altijd troosten. Longarts Sander de Hosson houdt zichzelf en collega’s die mooie woorden voor in een onlangs verschenen bundel columns. De meeste zijn al eerder gepubliceerd, een paar zijn nieuw. De Hosson vertelt niet alleen over wat het betekent ongeneeslijk ziek te zijn, maar richt de schijnwerper ook op zichzelf als zorgverlener voor terminale patiënten. Hij benadrukt het belang van intervisie en zelfreflectie als de dood zich acuut aandient of na het uitvoeren van een euthanasie. In één van de columns doet hij het verhaal van het overlijden van zijn moeder. ‘Je moet nu de zoon zijn, niet de arts’, zegt de huisarts hem. Natuurlijk komt de ‘hybris’ van de moderne geneeskunde aan bod. Kent die haar grenzen wel voldoende? De Hosson is kritisch. Hij ziet patiënten die zo gefixeerd zijn op het behandeltraject dat de kwaliteit van het afscheid eronder lijdt. Een harde noot kraakt hij ook over de medische opleiding: toen hij als arts aan de slag ging had hij nog nooit met de dood te maken gehad.
B.U.
Sander de Hosson, Slotcouplet. Ervaringen van een longarts. Uitg. Arbeiderspers, € 18,99.