Valpreventie verdient meer aandacht

valpreventie-ouderenRuim drieduizend ouderen overleden vorig jaar na een val, zo heeft het CPB op verzoek van dagblad Trouw berekend. Dat is een stijging van 35 procent ten opzichte van 2010. Vallen is de meest voorkomende oorzaak van ongevalletsel bij ouderen. Het experticecentrum VeiligheidNL verwacht dat het aantal fatale valpartijen tot 2030 nog eens met 77 procent zal toenemen. Vergrijzing en een gemiddeld langere levensfase van verval van krachten alleen kunnen die stijging niet verklaren. Een belangrijke factor is dat ouderen als gevolg van beleidsveranderingen langer thuis wonen. Ook leidt een cultuur waarin jong en actief blijven enorm wordt gewaardeerd tot zelfoverschatting.

Valpreventie verdient meer aandacht en zou een urgente opgave in de eerstelijns zorg moeten worden. Er is overtuigend wetenschappelijk bewijs dat het valrisico bij ouderen verminderd kan worden. Maar het uitvoeren van effectieve valpreventie is ingewikkeld. Veel factoren spelen een rol. VeiligheidNL heeft in kaart gebracht wat interventies succesvol maakt.

(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
valpreventie_wat_werktScreening op de aanwezigheid van risicofactoren maakt advies op maat mogelijk. Bij thuiswonende ouderen zijn de belangrijkste aanwijzingen voor valrisico: valgeschiedenis, valangst en loophulpmiddelengebruik. Zijn die aanwijzingen er dan moet een uitgebreide, systematische screening volgen op persoons- en omgevingsfactoren die het valrisico verhogen.

Van belang is fasering: mensen moeten zich eerst bewust zijn van het belang van valpreventie, vervolgens gemotiveerd zijn en tenslotte de relevante maatregelen (blijven) nemen.

Bedacht moet worden dat bij vallen van oudere mensen vaak meer factoren een rol spelen. De meeste maatregelen om het risico van een val te beperken blijken alleen effectief als ze in combinatie met andere maatregelen worden getroffen.

Interventies waarvan is aangetoond dat ze apart, maar meestal in combinatie met andere interventies, de kans op een val verkleinen zijn:

  • beweegprogramma’s (gericht op mobiliteit, spierkracht, balans)
  • medicatiebewaking
  • vitamine D suppletie
  • verbeteren gezichtsvermogen
  • aanpassingen in huis/omgeving

Om risicofactoren in huis te bepalen heeft de Osteoporose Stichting een    checklist gemaakt. Die is te vinden op de site van de stichting (osteoporosestichting.nl). Klikken op ‘veiligheid en valpreventie’.

Maar hoe doe je dat in een drukke praktijk?

Maar hoe doe je dat in een drukke huisartsenpraktijk: ouderen met een verhoogd valrisico opsporen? Daar is toch geen tijd voor? Wel volgens het programma ‘Valanalyse 65+’. Aan de hand daarvan kunnen praktijkondersteuners van huisartsen binnen een minuut vaststellen of een patiënt een verhoogd valrisico heeft. Pas als daarvan sprake is wordt met de patiënt een uitgebreide ‘valanalyse’ gemaakt. Zo’n analyse duurt maximaal een uur. Factoren die ten grondslag liggen aan het verhoogde risico worden vastgesteld. De analyse geeft ook aanknopingspunten voor adviezen en doorverwijsmogelijkheden. Het scoreformulier waarop de uitkomsten worden geregistreerd kan worden opgenomen in het patiëntendossier. Waar de zorgverlener dat van belang vindt, worden aspecten nader onderzocht met aanvullende tests. Ook deze uitkomsten worden ingevuld op het scoreformulier.

De complete ‘Valanalyse’ bevat:

  1. boekje Valanalyse met daarin o.a.
  • de valrisicotest
  • de valanalyse
  • handleiding
  • scoreformulier
  • doorverwijs uitklapvel
  1. bureaukaart met daarop de valrisicotest

De paper ‘Wat werkt in valpreventie’ is te downloaden via de site van VeiligheidNL. Daar ook meer informatie over ‘Valanalyse 65+.